Bier schenken, serveren en bewaren

Pils kan het beste koel geserveerd worden, op een temperatuur van ongeveer 6°C. Bieren van hoge gisting en met relatief veel alcohol kunnen geschonken worden op een temperatuur tussen de 10°C en 18°C. Kijk voor de juiste schenktemperatuur op het etiket van de fles.

Neem altijd een schoon bierglas. Veel brouwerijen hebben voor speciale bieren een eigen type glas. Houd het glas tijdens het schenken een beetje schuin en laat het bier langs de wand glijden. Als het glas bijna vol is, houd je het rechtop. Zo krijg je een mooie schuimkraag, van minstens 2 centimeter dik. Voor bieren met gist op de fles geldt dat ze zowel met als zonder gist geserveerd kunnen worden. Dat is afhankelijk van de wens van de drinker. Wil je geen gist in je bier, schenk de fles dan heel rustig uit, zodat het depot op de bodem blijft liggen.

Bier is een natuurproduct en niet onbeperkt houdbaar. Bewaar het altijd op een koele en donkere plek, op een constante temperatuur tussen de 10°C en 15°C. Een kelder of een donkere kast zijn ideaal. Door zonlicht verandert bier van smaak of wordt het troebel. Vandaar dat bierflessen vaak donkerbruin of donkergroen van kleur zijn. De THT-datum (tenminste houdbaar tot) is een richtlijn voor de uiterste drinkdatum.

Over het algemeen geldt dat pilseners en laagalcoholische bieren 6 tot 9 maanden goed blijven. Andere bieren kunnen het best binnen 12 maanden gedronken worden. Bieren met gist op de fles kunnen onder de juiste bewaaromstandigheden zelfs 12 maanden of vele jaren langer bewaard worden. Flessen met kroonkurk moeten rechtop staand bewaard worden. Flessen met een kurk kunnen, net als flessen wijn, het best liggend opgeslagen worden. Zo voorkom je uitdroging van de kurk. Zet een bier met gist enkele dagen voor het drinken rechtop, zodat de gist naar de bodem kan zakken.